Industrial Past & Future
Projectnaam: Industrial Past & Future
Locatie: Beneden-Leeuwen
Periode: september 2017 - juli 2018
Opbouw: Groep (4): onderzoek   Individueel: ontwerp      
Studiefase: master, afstudeerproject
Terug naar overzichtEen groot deel van de industrie is de laatste jaren verplaatst vanuit ons land richting lagelonenlanden. Ook zijn de technieken zo ontwikkeld dat productieprocessen zijn veranderd. Daardoor zijn veel industriele complexen leeg komen te staan. De opgave voor de architect ligt erin hoe we om moeten gaan met deze complexen. Heeft het gebouw de waarde om een herbestemming in gang te zetten of kunnen we beter een nieuw gebouw ontwikkelen op de locatie? Een belangrijke vraag die gesteld moet worden wanneer we over willen gaan tot herbestemming is wat dan de waarde van het gebouw inhoudt. De eerste stap in het onderzoek is daarom geweest om een houding te ontwikkelen met betrekking tot herbestemming. Hierbij is vanuit het begrip analogie gekeken hoe een herbestemming kan worden gedaan zonder uit te gaan van het alom bekende principe van contrast met het bestaande. Het begrip analogie gaat uit van het ontwikkelen van een nieuwe taal gebaseerd op de oorspronkelijke architectuur, er is geen sprake van directe immitatie.
Vertaald naar het CHV-magazijn ‘De Klef in Beneden-Leeuwen betekende dit dat allereerst de belangrijkste karakteristieken in kaart moesten worden gebracht. Het vakwerk van de kraanbaan, het langgerekte open vloerplan en de golfplaten zijn kenmerkend voor het gebouw. Ook de ligging van het dorp ten opzichte van de Waal heeft als uitgangspunt gediend voor het ontwerp. Aan de hand van een zorgvuldige analyse van beleidsplannen voor de rivier de Waal en de omgeving is een multifunctioneel programma opgesteld. Overnachtende toeristen, werkenden en natuurliefhebbers komen samen op de dijk van waaruit ze dan weer hun eigen weg kunnen gaan. Er treden interessante interacties tussen de verschillende groepen op en het gebouw is 24 uur per dag in gebruik. De rivierdynamiek wordt waar mogelijk aangemoedigd evenals de ontwikkeling van natuur in de uiterwaard.
De sterke vormentaal van de kraanbaan en het gebouw heeft er toe geleid dat ingrepen ook een sterke vorm entaal hebben gekregen die in balans zijn met het bestaande. De verschillende vormen zorgen voor een routing door het gebouw en de kraan richting de uiterwaard waarbij steeds nieuwe ruimtelijke ervaringen worden opgedaan. De sterke vormentaal van de verschillende elementen maken het dat het gebouw en de oorspronkelijke functie goed is af te lezen. De zwevende foyer bijvoorbeeld, refereert naar het hijswerk van meelzakken in het gebouw. De wokkel met wenteltrap gaat door de deuren die vroeger werden gebruikt om de meelzakken vanaf de kraan het gebouw in te transporteren. Door een loopbrug te realiseren op de kraanbaan komt het natuurgebied de Leeuwense Waard in verbinding te staan met de dorpsstraat en kan het wiel dat binnendijks is geslagen door een dijkdoorbreking goed ervaren worden.