Leon Schuurink

Het doel van dit vak is kort gezegd: oog krijgen voor detail. Een architect moet bij de start van het ontwerpproces nadenken over hoe hij het project gaat detailleren. Hij moet een gevoel krijgen voor het materiaal dat hij wil gebruiken, begrijpen hoe het materiaal zich gedraagt onder verschillende omstandigheden. De opdracht is als het ware een oefening om de omgekeerde weg te bewandelen, namelijk het uitwerken van een detail en vervolgens het gebouw ontwerpen. Om dit gevoel te ontwikkelen is het de bedoeling dat de studenten in een groep van vier een detail (schaal 1:1) van een bestaand gebouw nabootsen. Wij hebben als groep gekozen voor een gebouw in Utrecht, het huisje op de drift, met als bijnaam: 'het kleinste huis van Utrecht', van de architecten Sluijmer en van Leeuwen.

Zij ontwierpen het huisje met zeven verdiepingen, op een oppervlak van 3 bij 5 meter. Het materiaalgebruik springt meteen in het oog, glas en staal komen prachtig samen. Het huis heeft een kelder op de plek waar twee werfkelders elkaar kruisten. Het interieur is tevens door de architecten ontworpen en bevestigd aan de staalconstructie. Het tweede deel van de opdracht is individueel en bestaat uit een prijsvraag over beton. De opdracht is doormiddel van een object de kwaliteit van het materiaal beton te tonen. In het kader van het vak moet meteen nagedacht worden over het detail, dit moet tot schaal 1:5 worden uitgewerkt. Het ontwerpconcept voor de prijsvraag is een vallend rotsblok. Wanneer ik denk aan beton komt bij mij als eerst de onverwoestbaarheid, de kracht, het

gewicht en het materiaal naar boven. Dezelfde eigenschappen die ook naar boven komen wanneer je denkt aan een rotsblok. Het object dient als rustplaats voor bergbeklimmers of skiërs in de alpen. Door de kubus onder een hoek op de helling te plaatsen wordt het gevoel opgewekt dat de kubus van de berg gaat rollen. In werkelijkheid is de kubus ingegraven in de helling waardoor stabiliteit gegarandeerd wordt. De kubus wordt op een paar plekken geperforeerd om een entree te creëren en een goede lichtinval te realiseren. De perforaties zijn echter klein en diep, dat wil zeggen dat de wanden een behoorlijke dikte hebben zodat het beeld van het massieve van beton en van een rotsblok gewaarborgd blijft.